Als het aan de 59-jarige Oostenrijkse Franz Bodner ligt, ‘moeten’ interieurbouwers veel eerder in alle ontwerptrajecten ‘kleur bekennen’. Hij zit al 35 jaar in het vak, woont sinds de jaren ’90 in Nederland en heeft een hele trouwe – en overigens groeiende – klantenkring, die juist bij Bodner aanklopt om het eigen interieur meer persoonlijkheid te geven. “Maar waarom lijkt dat bewustzijn over de échte ultieme kwaliteit van het eigen interieur er niet te zijn bij de interieurbouwers en binnenhuisarchitecten? Die zouden toch het beste moeten willen voorhebben met hun opdrachtgevers? Weten zij eigenlijk wel wat kunst én kleur met een klant kan doen? En hoe goed dit is voor het welzijn van de eindgebruiker?”
Eigenlijk zijn de Nederlandse huizen maar ‘saai’, zo stelt Bodner meteen vast. “Wat ik zie is dat altijd alles maar ‘zo perfect mogelijk’ op elkaar afgestemd moet zijn in de woonkamer. Het lijkt wel alsof elk huis zo een typische ‘VT-Wonen-Woning’ moet worden en dat er vooral niet buiten de lijntjes mag worden gekleurd. Ik zie dat mensen daardoor opvallende kleuren – maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld beelden – vaak niet aandurven en dat is vreemd: kleuren geven juist een positief gevoel. Waarom wil je die beleving dan niet in je eigen huis hebben?”
“Wat mij betreft zouden we in het interieur veel meer prikkels en emoties moeten willen toevoegen”, vervolgt hij. “De bewoner kan dit zelf doen. Hij kent zichzelf immers heel goed. Maar ik stel hier ook dat interieurbouwers en architecten veel meer zouden moeten willen samenwerken met kunstenaars. Laat hen meedenken in de processen die er zijn als je een interieur ontwerpt. Waarom zetten we niet een kleurige eyecatcher op bijvoorbeeld een kookeiland? Een interieurbouwer komt helaas vaak niet verder dan zijn eigen werk. Bovendien wordt kunst veelal gezien als ‘duur’ of ‘elitair’ maar dat is helemaal niet zo. Kunst is juist enorm toegankelijk geworden. Vooral kleuren. Want die stimuleren en geven alertheid. Dat doet iets met je hormonen.”
Bodner komt bij het punt dat hij graag wil maken. “Mensen gaan te vaak voorbij aan hun eigen ‘zijn’. Op de een of andere manier willen ze niet terug naar de essentie van hun leven of hun bestaan. Ze lijken graag te kiezen voor iets wat mainstream is. Maar iedereen is toch uniek? Iedereen heeft volgens mij een heel specifiek eigen DNA of karakter. Waarom zien we dit dan te weinig terug in de interieurs in de woningen van Nederland? Er ligt wat dat betreft dus een opgave voor alle interieurbouwers: verbreed je horizon. Denk meer na over de prikkels en emoties die heel specifiek bij een klant passen en laat kunst dat gat invullen. Maak iets wat écht raakt. Ga buiten je eigen werk dan ook veel meer op zoek naar de triggers die uiteindelijk serieuze beleving en het ultieme thuisgevoel creëren.”